Nino is 9 jaar oud en zoon van een guardia civil. Hij woont samen met zijn ouders en zus in de kazerne van een dorpje in de bergen van Andalusië. Het is de zomer van 1947 en de strijd tussen de communisten en Franco duurt hevig voort. Angst voert voor de bewoners van het dorpje de boventoon en razzia zijn aan de orde van de dag. Tijdens deze zomer leert Nino de vreemde mysterieuze Pepe el Portugues kennen die in de oude molen net buiten het dorp woont. Terwijl ze samen geregeld een middag bij het riviertje rondhangen, leert Nino ondertussen ook typen op de boerderij van Dona Elena. Op deze boerderij wonen alleen maar vrouwen en meisjes van wie de echtgenoten en vaders gedood zijn omdat het ‘rooien’waren. Ook maakt Nino daar kennis met de boeken van Jules Verne. Het zijn deze verhalen die hem zijn ogen openen over hoe de wereld eruit ziet en krijgt hij het besef van de strijd die gaande is. Op een dag raakt Nino zelf betrokken bij de onrusten in het dorp en moet hij beslissen aan wie zijn kant hij staat.
De schrijfstijl van Almudena Grandes en de vele (bij-)namen in het verhaal zijn even wennen maar zeker de moeite waard. Het verhaal is indrukwekkend en gebaseerd op waargebeurde feiten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten