zondag 31 oktober 2021
Minjan - Margot Vanderstraeten
'' Vier Joodse vrouwen zitten in een restaurant, komt er een ober aan hun tafel, die vraagt: 'Is er ook maar IETS naar wens?' Zo zijn wij...we kunnen het niet helpen...altijd kritiek, commentaar of opmerkingen...het zit in ons DNA.''
Margot Vanderstraeten heeft met haar boek Mazzel tov een gevoelige snaar weten te raken en leidde tot bijzondere ontmoetingen binnen de orthodox-Joodse gemeenschap. Ook werd het boek een internationale bestseller. In het eerste boek van Vanderstreaten leerde we kennis maken met chef-kok Mosje, van Hoffy's in Antwerpen, die iedereen maar al te graag uitgeweide uitleg geeft over Joods-culinaire tradities en het chassidische leven. Fotograaf Dan heeft een scherpe en humorvolle blik op het leven en is de enige fotograaf die het leven van binnenuit de gemeenschap mag vastleggen. En dan is er nog Esther die graag met de auteur praat, maar liever nog discussieert, over de ultraorthodoxe manier van opvoeding en scholing.
In het boek Minjan gaat de schrijfster nog een stapje verder en gaat ze op een afwisselende manier, van dan weer ernstig naar dan weer luchtig en humorvol, gesprekken aan met de al bekende personen maar leert ze ook weer allemaal nieuwe mensen kennen. Wat vooral opvalt aan haar manier van schrijven is dat ze zo oprecht en respectvol is naar de Antwerpse Joodse gemeenschap, dan wel naar de verbinding van haar eigen niet-gelovigheid ten opzichte van diegene die wel geloven. Schiet ze af en toe dan toch de bocht uit dan is daar altijd Eshter die haar dat op een haarfijne manier weet duidelijk te maken.
Dit verhaal is geschreven tijdens de lockdown en zo krijg je een goed inzicht in de moeite die het de Joodse gemeenschap hier en daar heeft gekost om toch aan haar geloofsbelijdenis te blijven voldoen. Wederom zijn ze heel inventief, al blijkt dat bij sommige ondernemingen ook wel weer sterk hun egoïstische kant naar boven te komen. Iets wat ze zelf niet onder stoelen of banken schuiven. Net zoals hun harde humor en eeuwige gezeur, zijn ze zich daar wel van terdege bewust.
Toch ontkomt ook de auteur er niet aan dat ze in gesprekken met de mensen verhalen hoort over de afschuw van de holocaust, maar dat wordt allemaal terloops genoemd, ik zou bijna zeggen op zijn Joods. Zoals bijvoorbeeld de volgende korte zin die een mega impact op de lezer heeft: ''In onze middens maken we nu pas onze eerste generatie bejaarden mee...Onze vorige generatie, welja, ik hoef je niet uit te leggen hoe en waar die aan hun einde zijn gekomen...''
Maar weinig keren kom je zo een parel van een boek tegen wat naar mijn inziens veel te weinig publiciteit krijgt. Wat zoveel heeft te vertellen op zo een luchtige en prettige manier. Wat je weer even met beide benen op de grond zet, ongeacht je geloofsovertuiging. En voor vele Amsterdammers zal duidelijk worden waar hun spottende humor vandaan komt, of ze dat nu wel of niet leuk vinden.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten