‘Een goed boek is een boek waarvan je het jammer vindt dat het uit is.’

Deze roman is in de eerste plaats een geschiedenis van een moord. Met geloofwaardige personages die bijna voelbare worstelingen hebben en een goede sfeer van het tijdsbeeld van nu en dertig jaar geleden. Ook de hectiek van de stad New York en de rust van New Hampshire komen goed uit de verf. Mede hierdoor stijgt dit verhaal boven de gemiddelde thriller-roman uit.
Het boek gaat over liefde en verlies met zijn wrok en jaloezie. Over schrijven met ambitie en frustratie. Over moord, succes en dieptepunten. Het toont ons ook dat we vaak ten koste van alles beter willen zijn dan dat we in werkelijkheid zijn.
De schrijfstijl is prettig en vooral het combineren van heden met verleden gaat de schrijver goed af. Toch zijn er ook minpuntjes, bijvoorbeeld de dwaling die de schrijver maakt met het hoofdstuk waarin Robert Quinn het sleuteltje van de kluis van de nek van zijn slapende vrouw haalt. In de kluis gaat hij vervolgens haar dagboeken lezen. Té kinderachtig. Ook dreigt het hier en daar een keukenmeidenroman te worden maar gelukkig weet de schrijver je altijd net weer op tijd terug in het werkelijke verhaal te trekken.
De verhaallijn is onderhoudend. Telkens als je denk het complot te hebben opgelost vallen betrouwbare personages door de mand, is niemand te vertrouwen en begint de zoektocht naar de moordenaar opnieuw. Een echte pageturner met een verassend einde.
Joël Dicker geeft de lezer tussendoor ook nog prachtig voorbeeld van de werkwijze van grote uitgeverijen en de manier waarop de marketing en de juridische afdeling de koers bepalen. De verkoop boven alles. Het creëren van een zeepbel.
Hoogstaande literatuur is het niet, maar wel erg onderhoudend en een absolute aanrader.
Een goede tip: begin alleen aan dit boek als je echt de tijd hebt want wegleggen is bijna onmogelijk!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten