Champa leidt een redelijk zorgelijk leven als chauffeur van de
succesvolle zakenvrouw Mei. Wanneer hij naast het chauffeuren ook het
bed met haar gaat delen wordt zijn leven een stuk gecompliceerder maar
tevens ook spannender. Hij komt terecht in de wereld van de
Tibetaanse kunst, drugs, seks en waargemaakte
onwaarschijnlijkheden.
De verhouding tussen Mei en Champa
verandert langzaam van zakelijk naar tevens minnaars, Champa kan
zijn geluk niet op. In de loop van het verhaal begint Champa echter
steeds meer problemen met Mei te krijgen en blijkt seks met Mei voor
Champa niet meer vanzelf te gaan. Hij gaat op zoek naar alternatieven
en komt in de verboden wereld van de prostitutie terecht.
Op een
dag neemt Mei een Boeddhabeeld van uitzonderlijke schoonheid mee naar
huis. Deze en de ontmoeting met een andere vrouw zetten zijn hele
wereld op zijn kop.
Champa jaagt vanaf dat moment zijn dromen
achterna. Hij trekt in zijn witte Land Rover van Lhasa naar Beijing,
de wondere wereld van de Tibetanen en Chinezen maar ook de harde
werkelijkheid van justitie. Onderweg komt hij in contact met Nyima.
Nyima heeft een zeer nuchtere kijk op het leven met uitspraken zoals;
“Als dromen zo mooi zijn, waarom zou je ze dan moeten waarmaken.”
Dit brengt Champa bij tijd en wijle weer met zijn voeten terug op
aarde. Aan het einde van dit onwaarschijnlijke, humoristische verhaal
is de boodschap eenvoudig: je kunt nog zo ver van de weg af raken
maar wanneer je de weg terug wilt vinden begin dan bij jezelf.
Door
de vlotte, humoristische schrijfstijl, waarbij vooral het seksleven
op een niet verbloemde en rauwe manier beschreven wordt, leest dit
boek als een dol dwaze rit en blijft het verhaal boeien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten